De burgemeester van Utrecht legde onlangs een online gebiedsverbod op aan een 17-jarige jongen uit Zeist die opriep om te gaan rellen in Utrecht. Hij noemde ook een tijd en locatie en mensen werden opgeroepen om vuurwerk mee te nemen.

Formeel gaat het om een last onder dwangsom: de jongen mag geen online uitlatingen doen die aanleiding kunnen geven tot wanordelijkheden in Utrecht. Als hij zich niet aan de last houdt, moet hij een dwangsom van 2.500 euro betalen.

Volgens de burgemeester kunnen we niet langer de ogen te sluiten voor wat zich online afspeelt en de mogelijke gevolgen daarvan. Een oproep als die van de jongen raakt direct aan de openbare orde in Utrecht en daardoor zou er een legitieme basis zijn om op te treden.

Direct aangrijpingspunt is de bepaling die het verbiedt ‘op of aan een openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw, op enigerlei wijze door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden’ in de APV van Utrecht.

De aangevoerde strafbare gedraging vindt weliswaar plaats in Zeist, maar de Afdeling bestuursrechtspraak heeft geoordeeld dat het bestuur van de gemeente waar zich het effect van de gedraging doet gelden, handhavend mag optreden (ECLI:NL:RVS:2020:1187).

Van dubbele bestraffing is geen sprake volgens de burgemeester. Anders dan een eventuele strafsanctie – door het OM of de strafrechter op te leggen wegens opruiing – is de last onder dwangsom gericht op het voorkomen van het strafbare feit. De dwangsom wordt pas verbeurd op het moment dat betrokkene nogmaals een oproep plaatst om de openbare orde in Utrecht te verstoren.

We zien echter twee onoverkomelijke problemen.  Ten eerste, de APV-bepaling kan geen betrekking hebben op uitingen. De landelijke wetgever is slechts bevoegd inhoudelijke beperkingen aan te brengen op de vrijheid van meningsuiting. Voor de gemeenteraad is dit verboden terrein.

Ten tweede, anders dan de burgemeester denkt, is hier van censuur sprake. De ‘betrokkene’ – beter verdachte – kan zijn mening alleen uiten onder strikte condities.

Een burgemeester dient ver verwijderd te blijven van het beoordelen van de toelaatbaarheid van de inhoud van een boodschap. Dat volgt niet slechts uit artikel 7 Grondwet, maar bijvoorbeeld ook uit artikel 4 lid 3 Wet openbare manifestaties: ‘Over de inhoud van de te openbaren gedachten of gevoelens worden geen gegevens verlangd.’

Nu is het volgens de burgemeester zo dat de politie onder leiding van het OM in de gaten houdt of er opruiende berichten worden geplaatst. Dit mag zo zijn, maar het is de burgemeester die het ‘digitale gebiedsverbod’ oplegt en de overtreding daarvan bedreigt met een dwangsom.

Het valt toe te juichen dat de burgemeesters zich actief inzetten om dreigende wanordelijkheden te voorkomen, maar dit dient dan wel te gebeuren binnen de spelregels van onze rechtstaat.

Volgens die regels is het niet aan een burgemeester om te beoordelen of iemand met zijn mening binnen de grenzen van de wet blijft. Die rol is  toebedacht aan het OM en de rechter. De officier van justitie kan op grond van zijn bevoegdheid in artikel 125p Wetboek van Strafvordering in een zogenaamde notice of take down procedure aan een aanbieder van een communicatiedienst het bevel geven een strafbare uiting van het internet te verwijderen. Hiervoor heeft hij wel een machtiging van de rechter-commissaris nodig.

Door

EXPERTISEGEBIED:

  • 8 november 2020

    Avondklok juridisch mogelijk? A.J. Wierenga en J.G. Brouwer Steeds vaker horen we dat er een avondklok gaat komen voor regio’s waar de reproductiefactor nog altijd te hoog is. De vraag die we hier behandelen is of de overheid over de bevoegdheid beschikt om een regionale

  • 15 oktober 2020

    Over de vrijheid van godsdienst J.G. Brouwer en A.E. Schilder In de ‘Noodverordening Covid-19’ zoals die sinds gisteravond 22.00 uur geldt, staat een verbod op samenkomsten. Samenkomsten in gebouwen dienen beperkt te blijven tot 30 personen. Of een verbod om te vergaderen juridisch waterdicht is,

  • 15 oktober 2020

    J.G. Brouwer

    Discrepantie tussen de aangekondigde verboden en de Noodverordening Covid 19 Van verschillende kanten wordt erop gewezen dat er een discrepantie bestaat tussen de ‘verboden’  die (aangekondigd) staan op de overheidssite (https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2020/10/13/gedeeltelijke-lockdown-om-besmettingen-terug-te-dringen) en die in de strafrechtelijk bindende Noodverordening komen te staan. Is hier sprake van

  • 13 oktober 2020

    Critici coronabeleid juridisch stekeblind J.G. Brouwer De kritiek die de afgelopen twee weken over het kabinet werd uitgestort is niet mals. Wie de krantenkoppen en commentaren leest, denkt op z’n minst dat het kabinet zit te slapen. Om maar een paar voorbeelden te noemen. ‘Winkeliers

  • 18 augustus 2020

    De verplichte quarantaine maatregel J.G. Brouwer en A.E. Schilder Vorige week kondigde de minister van VWS aan gebruik te willen gaan maken van de verplichte quarantaine maatregel om de snelle verspreiding van het Covid19 virus te voorkomen . De Wet publieke gezondheid biedt hiertoe een

  • 17 augustus 2020

    B. Roorda en J.G. Brouwer In een uitspraak van 21 juli 2020 ‘keurt’ de voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Holland de afstandsbeperking opgelegd door de burgemeester van Heemstede aan een anti-abortus/pro-lifedemonstratie goed.[1] Hij doet dit met behulp van een aantal opmerkelijke overwegingen. In de gemeenteraden van