In deze publicatie wordt op gedetailleerde en gestructureerde wijze aan de hand van tot de verbeelding sprekende voorbeelden antwoord gegeven op twee hoofdvragen waar vele demonstratierechtelijke vraagstukken in de kern op zijn terug te voeren.
De eerste luidt: welke protestacties en -gedragingen vallen wel en niet onder de bescherming van het in artikel 9 van onze Grondwet beschermde recht om te demonstreren? Hierbij wordt ingegaan op onder meer blokkadeacties, bezettingsacties en tegenprotestacties.
De tweede vraag luidt: onder welke voorwaarden kan de uitoefening van dit recht worden beperkt? Hierbij is onder meer aandacht voor de vraag of de demonstratievrijheid de onrechtmatigheid en strafbaarheid van een gedraging kan ontnemen. Ook wordt ingegaan onder welke voorwaarden de burgemeester een demonstratie kan beperken. In een afsluitende reflecterende paragraaf worden argumenten gegeven waarom het demonstratierecht ruim dient te worden geïnterpreteerd en waarom niet op de reikwijdte van het recht moet worden beknibbeld, zelfs niet indien de uitoefening van het grondrecht in strijd komt met andere rechten en belangen.