Voorman Wagensveld van anti-islambeweging Pegida verscheurde en vertrapte voor de Tweede Kamer een Koran; een kwetsende en provocatieve actie, waarvoor de Nederlandse ambassadeurs in Turkije, Indonesië en Pakistan op het matje werden geroepen. Het was niet de eerste keer dat de voorman of andere aanhangers van Pegida voor ophef zorgden. Vanwege de vrijheid van meningsuiting en demonstratievrijheid zijn er amper mogelijkheden hiertegen op te treden, preventief al helemaal niet. Dit leidt wel eens tot ongemak in de samenleving en bij het openbaar bestuur. Dat is begrijpelijk, maar geen reden om het minder nauw te nemen met de eisen van de rechtsstaat.